Kampioen
Ik heb regelmatig contact met oud-dorpsgenoot Wim v.d. Biggelaar. Lang geleden woonde hij op de Oranjelaan en werkte ’n poos bij Van Thiel op Donk, voordat hij trouwde en naar Mierlo vertrok. Daar schaakt hij sindsdien bij de plaatselijke club, waar Wim ook bestuurder is.
Op woensdagmiddag maakt hij vaak fietstochtjes in de omgeving en als ie bij ons in de buurt is, belt hij of de koffie al staat te pruttelen. Dan wordt over van alles en nog wat gebuurt, vaak over onze gezamenlijke hobby’s, schaken en historisch onderzoek. Zo vertelde Wim, dat hij in de beginperiode van DOT ook nog bij onze club heeft gespeeld en zelfs ’n keertje kampioen is geweest. Het jaar waarop dat gebeurde, kon hij zich niet meer herinneren. Dit was nieuw voor mij, niet dat hij bij ons heeft geschaakt, wel dat hij ooit de beste van de club was.
Uit deze beginperiode van DOT is helaas weinig bekend. Ik heb jaren geleden onderzoek hiernaar gedaan en dook daarvoor in archieven en oude kranten om te achterhalen wie bij ons schaakten en wie de kampioenen waren. Onze kampioenen kwam ik niet tegen en daarom is het leuk om in ieder geval nu één naam te hebben, die van Wim.
Zo zie je maar dat buurten over het verleden, invloed kan hebben op kennis in het heden.  
Zjon, 19-9-2019
Impressies van ‘The Queen’s Gambit’
Fraaie Netflix miniserie van zeven afleveringen, gebaseerd op het gelijknamige boek uit 1983 van Walter Tevis.
De auteur, die in 1984 stierf, hield zelf van schaken, dus is het niet verwonderlijk dat zijn hoofdpersoon Elisabeth (Beth) Harmon lijkt op enkele van de grootste spelers van het spel. In de notitie van de auteur voor de roman noemt Tevis drie van zijn schaakhelden in het bijzonder - Fischer, Boris Spassky en Anatoly Karpov - die hun spel "een bron van vreugde voor spelers zoals ik" noemt.
In veel films waarin schaken voorkomt, zie je vaak dezelfde domme fouten. Het bord ligt een kwartslag gedraaid, de loper wordt op het bord verplaatst alsof het een toren is en het paard galoppeert alsof het in handen is van wijlen ons aller Ad Kuijlaars. Met alle respect voor Ad. Maar niets van dit alles in deze serie, want niemand minder dan Garry Kasparov verleende hand en spandiensten, samen met Bruce Pandolfini, schaakauteur en -coach. Dus met de schaakzetten zit het wel snor. Soms is een glimp van een opening te zien, zoals de Caro-Kann en de Rossolimo-aanval van het Siciliaans. En het pièce de résistance is natuurlijk het damegambiet in de laatste aflevering. Hierop kom ik nog terug.
Schaken is een van de centrale thema’s in de serie, naast de ontwikkeling van het karakter van de hoofdpersoon, Elisabeth (Beth) Harmon. Beth groeit op in het Amerika van de jaren vijftig en zestig. Haar moeder veroorzaakt door verdriet overmand opzettelijk een auto-ongeluk en sterft, haar dochter Beth alleen achterlatend. Zij komt in een weeshuis terecht, waar zij schaken leert van de concierge Shaibel. Zij blijkt uitzonderlijk getalenteerd en rijgt de ene na de andere mannelijke schaker aan haar degen.
Maar Beth is danig getraumatiseerd door het ongeluk en al op jonge leeftijd raakt zij verslaafd aan pillen, waar later een drankverslaving bijkomt. Ondanks dat bereikt zij een zo hoog schaakniveau dat zij uiteindelijk wordt uitgenodigd voor een toernooi in Moskou, waar zij het opneemt tegen wereldkampioen Vasily Borgov. Eerder al heeft zij twee harde nederlagen tegen hem moeten incasseren. In deze laatste partij komt het damegambiet op het bord en het wordt een heroïsch gevecht. De filmmakers baseerden zich op een partij die daadwerkelijk is gespeeld tussen Ivanchuk en Wolff tijdens de Biel Interzonal van 1993. Deze partij eindigde in remise maar voor het dramatisch effect werd vanaf zet 36 hiervan afgeweken en gingen Kasparov en Pandolfini met de hulp van schaakengines aan de slag voor een nog fraaiere uitslag.
Ik heb genoten van de serie. De film is goed opgebouwd, de jaren zestig komen volledig tot hun recht met de Koude Oorlog tussen de grootmachten uitgedrukt in de rivaliteit tussen de schakers, met mode, oude auto’s en muziek uit die periode. Er is nog nostalgie te zien en horen als Beth op het dieptepunt van haar leven stomdronken voor de tv staat te dansen waar op dat moment Nederlands Shocking Blue met het nummer Venus optreedt.
Wat wil de mens nog meer? Ik zou zeggen, meer van dergelijke films en series.
Diegene die geen Netflixabonnement heeft, kan toch de belangrijkste en laatste partij uit de serie zien door naar onderstaand YouTube-adres te gaan. Het is de moeite van het naspelen meer dan waard.
https://www.youtube.com/watch?v=oIMaTKOZG-8
Zjon, 28-10-2020
De CoronaCompetitie
Zonder het van elkaar te weten barstte tussen een aantal schakers vanaf het begin een heroïsche strijd los om het bezit van het Minoïsche paard. De een was gebrand de inzet, het paard, te winnen en de ander was met stille trom bezig dit kleinood in de wacht te slepen.
De inzenders wisten niet hoe de vlag erbij hing, omdat de wedstrijdleider ervoor koos geen puntentotalen prijs te geven. Dus werd fanatiek de CoCo-opgaven aan grondige analyses onderworpen. Borden en stukken kwamen tevoorschijn en vele A4’tjes werden volgeschreven met hele en halve oplossingen. Na uren turen werden pen en papier terzijde gelegd, omdat nog moest worden gekookt of omdat de nacht al was ingevallen en het tijd werd naar bed te gaan.
De volgende dag werd de stelling met klare ogen en helder brein nog eens bekeken en de combattanten kwamen er tot hun schrik achter dat hun nachtelijk gebraak niks anders had opgeleverd dan waandenkbeelden. Vooruit dan maar, weer met een schone lei beginnen, het paard kan even wachten. Nu een stille koningszet aan een nadere inspectie onderwerpen, misschien levert dat de gehoopte doorbraak op.
Zo ploeterden de schakers zich van opgave naar opgave. De wedstrijdleider werd stilletjes vervloekt, zijn bloed kon worden gedronken. Want hij, ja HIJ, was de grote boosdoener. Na eerst de schakers honing om de mond te hebben gesmeerd met gemakkelijke probleemstellingen, dook hij later in de krochten van het internet en vond schaakpuzzels die zelfs voor wereldkampioenen een mysterie bleken. En dat moesten gewone huis-, tuin- en keuken Dottertjes dan maar wel zien op te lossen! Hoe durfde deze wedstrijdleider… En toch gingen zij oververmoeid door. Want de overwinning zou tenslotte zoet zijn.
Vijfentwintig e-mailtjes met daarin drieënvijftig opgaven later was de helse krachtmeting voorbij. Uitgeput lagen de krijgers op de grond, verwoestend was de uitwerking op hun gemoed. Dit nooit weer! Degene die hardop zei het prachtige paard te willen winnen bleef lang in de race deze daadwerkelijk te winnen, maar het noodlot sloeg op het laatst toe. Tropische temperaturen zorgden voor oververhitting van zijn brein dat op hol leek te slaan, hij begon spoken te zien, er was sprake van zinsbegoocheling, hij dacht dat de wedstrijdleider hem opzettelijk het paard van Troje voorreed om hem te laten struikelen. Niets van dit alles!
Het was helder denkwerk dat hem in de steek liet en dat was niet het geval bij zijn grootste tegenstander, de man met de stille trom. Laatstgenoemde had de langste adem en bleef de goede oplossingen inzenden en behaalde zodoende een meer dan terechte en afgetekende overwinning. Daarom galoppeert het paard niet richting Aarle-Rixtel maar gaat in rustige telgang naar de Dr. Timmerslaan. Troostprijs voor de man uit Aarle is dan weer wèl dat hij een glaasje wijn in kan schenken uit de fles die hijzelf als prijs had geschonken!
De uitslag
  
Aantal inzendingen
 
Hoewel deze competitie geen officiële DOTstatus heeft, lijkt het toch leuker om de prijzen uit te reiken tijdens de eerstvolgende jaarvergadering.
André ontvangt naast het houten paard en drie consumptiebonnen natuurlijk de eeuwige roem. 
Piet krijgt zijn flesje wijn dat hij zelf ter beschikking stelde. 
Jef is knap derde geworden en int hiervoor twee consumptiebonnen. 
Prijswinnaars, gefeliciteerd!
Job done, Zjon 22-8-2020
Schaken met een helderziende
Er werkt hier bij de omroep een helderziende die in een radioprogramma zijn eigen rubriekje heeft. Weet u, die helderziende wordt ook nooit gebeld door een luisteraar. Dat wéét ik, want we zitten soms uren lang met elkaar te schaken. Wat overigens wel een leuke ervaring is, vind ik, schaken met een helderziende! Ik weet mijn eerste partij tegen hem nog heel goed. Ik was aan zet, ik dacht, ja, de man is helderziende, dus hij wéét wat ik wil gaan zetten! Toen zette ik stiekem wat anders, had ik hem mooi te pakken.
Uit het boek “Ik Jan Klaassen” van Herman Finkers
Zjon, 8-3-2020
Schaken in oude kranten
Niet gehinderd door het aanpassen van Boerenkiel of Peaky Blinderspak voor komende Carnavalsdagen, had ik tijd genoeg om in oude kranten op zoek te gaan naar nieuwsfeitjes over ons schaakspel. Daarvoor is een ware schatkamer digitaal voorhanden bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, die daarvoor de website “Delpher” heeft opgezet. Je stuit op honderden advertenties en lezenswaardige stukjes, zoals mooie partijen en schaakproblemen. Een zeer kleine greep volgt hier.
18de eeuw 
Ik was benieuwd wanneer ik in de landelijke kranten voor het eerst iets over schaken kon lezen en warempel, ik las in de Opregte Nieuwe Groninger Courant van 27 april 1745 al het eerste stukje waarin ’n schaakspel te koop wordt aangeboden. Eigenaardig is dat je dit spel kon kopen met “Musiken, Poppen of Beelden”, ik kwam er niet achter wat met musiken bedoeld werd. Je kon daarvoor naar de weduwe Albartus van der Poll uit Embden (Emden in Duitsland aan de overkant van de Eems) die ook nog ’n Byliart met 15 Keus en 20 Ballen met Reglement kwijt wilde uit het Koffy Huys aldaar.
In het jaar 1764 kwam ik de eerste advertentie tegen, waarin een schaakboek wordt aangeprezen. Op 8 december van dat jaar las ik in de Oprechte Saturdagse Haerlemse Courant dat “Proeven van het Schaak-spel” te koop werd aangeboden voor de prijs van acht stuivers bij Erven de Weduwe Jacobus van Egmont in de Reguliers Breestraat in Amsterdam, die het boek heeft gedrukt. Het was geschreven door de, tegenwoordig in het nieuws zijnde, in Aleppo geboren Philippus Stamma en uit het Frans vertaald naar het Nederduyts. In dit boekwerkje kon je enige schaakregels lezen om het spel “wel” te spelen en “Voordeel te doen door Fijne en Subtiele Zetten die men de Geheimen van het Spel kan noemen, verklaard door honderd Tafelen, of Voorstellingen.”
19de eeuw
Napoleon beëindigt zijn Europese zegetocht met zijn nederlaag bij Waterloo en komt op 16 oktober 1815 aan op Sint-Helena waarheen hij werd verbannen. Hier brengt hij zijn dagen door met wandelingen, ’n spelletje kaart in de avond en ‘s middags schaakt hij, zo valt te lezen in een artikel in de Arnhemsche Courant van 16 december 1815. Overigens is het niet zeker dat Napoleon goed was in schaken. Wel weten we dat hij, eenmaal achter het bord gezeten, voor weinig anders oog had. Volgens De La Bourdonnais, de grootste speler van die tijd, zat Napoleon een keer te schaken toen de Perzische ambassadeur de aandacht op zich probeerde te vestigen door op te merken dat Perzische cavalerie de beste was ter wereld. Niet opziend van het bord gaf Napoleon de opdracht voor een parade van veertig duizend cavaleristen door de Tuilerieën. 
In de Noord-Brabander van dinsdag 11 april 1837 kunnen we lezen dat in Parijs Louis de la Bourdonnais, de “Napoleon van het schaakbord” genoemd, het opnam tegen twee tegenstanders tegelijk en met de rug naar de borden gekeerd. De twee werden verslagen en tegenwoordig zouden we zeggen dat Louis blindsimultaan speelde. Het was zo’n sensatie, dat meteen hierna brieven met dit nieuws werden verzonden naar clubs in Berlijn, Wenen en Londen. (Voor de jongeren onder de lezers; een brief (uit het Latijn: brevis, kort; ook het Engelse woord brief komt daarvandaan) is een poststuk dat bestaat uit een envelop met daarin een of meer vellen papier met tekst.)
Het Algemeen Handelsblad deed op 14 november 1844 kond van het feit dat een nieuw wekelijks tijdschrift het licht zag, “De Nederlandsche Palamedes, Tijdschrift voor het schaakspel”. Niet alleen schaakliefhebbers, ook enthousiastelingen van het damspel kwamen aan hun trekken. Er zou zelfs regelmatig ruimte worden vrijgemaakt voor wiskundige problemen.
Telegraaf
Op vrijdag 9 januari 1846 werd met de modernste techniek geschaakt door enkele Amsterdamse spelers. Zij bonden de strijd aan met een aantal Haarlemse tegenstanders. Deze partij werd gespeeld door gebruik te maken van de “electro-magnetischen telegraaf” en duurde van ’s morgens 11 uur tot “des avonds 6½ uur”. De Haarlemmers gaven zich op de 57ste zet gewonnen. Deze info stond te lezen in de Leydse Courant van 14 januari 1846. De telegraaf werd later nog vele keren ingezet bij schaakpartijen tussen steden en niet alleen in ons land, maar over de hele wereld.
Schaakopgave
Het was in het jaar 1846 dat ik voor het eerst een schaakopgave tegenkwam. 
In het Algemeen Handelsblad van 23 november las ik het volgende artikeltje:
Voor alle duidelijkheid heb ik bovenstaande informatie ‘vertaald’ naar een voor iedereen duidelijk diagram.
Ik zou zeggen, liefhebbers… los dit schaakprobleem even op! Toegegeven, het is wel ’n pittig probleempje. De oplossing stond de week daarop in diezelfde krant vermeld, dus kom je er niet uit, kijk dan op het internet en zoek via Delpher naar de krant van 30 november 1846.
Een paar weken later kwam dezelfde krant voor het eerst met een stelling in diagramvorm, zie hieronder.
Dit allereerste diagram stond in het Algemeen Handelsblad van 14 december 1846 en zoals je ziet heeft de redactie de opgave doorgenummerd als no. 4. Het is een slechte afdruk, dus als je ook dit probleem wilt oplossen, bedenk dan dat er ook een witte loper op h8 staat. Wit geeft mat in vijf zetten.
Voor de Carnavalsliefhebber een laatste tip:
Denk tijdens deze dagen aan het Narren- of Gekkenmat.
Veel plezier en niet te zat!
Zjon, 20-2-2020
Partij Piet - Thijs, 28 januari 2020 reguliere competitie 
Het was een z.g. Engelse opening met 1. C4, Pf6 enz.
Het was een boeiende partij met foutjes aan beide zijden, maar ja….geen professionals!!! 
Thijs won ergens een pion en in bijgaande stand leek mij dat hij mijn c-pion ging snoepen (gulzig als hij is…..): daarop heb ik plan bedacht en zeker 15 minuten zitten puzzelen. 
Mijn gedachte was: ik moet een toren op de 7e rij zien te krijgen, mijn dame staat al op de f-lijn, dus een schaakje op f7 lijkt winnend te kunnen zijn. Maar ja…..wil Thijs daaraan meewerken??? 
De stelling na de 26e zet van wit: Dxf3 
 
Thijs neemt de pion: 26...Dxc4 (wat ik al dacht……prima!?!), maar hij heeft nu 2 pionnen meer. Het vervolg van mijn plan: 
27.Tbc1 De6 (waar moest de Dame anders heen……ik kan nu een pion terugwinnen en sta met een toren op de 7e rij!!!) 
28.Txc7 d5  
29.e5 b6 (Thijs wil niet nog een pion verliezen);  
30.Tec1 Lxe5 ????? een cruciale fout 
31.Lxe5 en nu mag Thijs niet de loper slaan, want dan gaat hij mat: D x f7+ enz.. 
31. …Te7  
32.Txe7 Dxe7  
33.Df6 nu dreigt mat op g7, dus slaan; 
33. … Dxf6  
34.Lxf6 Te8  
35.Kg1 h5  
36.Kf2 Te6 ????? dat mocht absoluut niet, de toren moet op de 8e rij blijven; 
37.Tc8+ Thijs geeft op 
De volgende zetten zouden volgen: 
37. …….., Te8
38. T x e8+, Kh7
39. Th8 mat.
Zou zwart op de 36e zet Kh7 gespeeld hebben, dan speelt wit: 37. Te1 en zwart moet dan niet slaan op e1, want met een stuk meer en een K die pionnen gaat snoepen, wint wit eenvoudig.
Wat zou een mogelijkheid geweest zijn?
36. ………., Kh7
37 Te1, Tc8
38. Lc3, Tc7 (pionnen verdedigen);
39. Te8, Kh6
40. Th8+, Kg5
41. Ld2+, Kf5
42. Lc3, enz., enz..
Zwart is nog lang niet verloren, maar op d’n duur!?!
We hebben tot slot een glas gedronken; iedereen (behalve Giel) was al naar huis!?!?!?
Thuis voelde ik een beetje hoofdpijn!!!
Piet, 31-1-2020
Partij Chris - Piet 
Omdat ik na afloop van onze partij vertelde dat ik verzuimd had, enkele zetten vóór de opgave van Chris, een loper te winnen geef ik hieronder een mogelijk verloop. Ik zou op mijn 30e zet de loper genomen hebben……, maar ik zag het “te laat”.
De stand na de 30e zet van Chris:
 
Hier zou ik gespeeld hebben:
30	…; T x b2; de Dame kan niet nemen i.v.m. mat op d1, maar moet ook weg of een Toren ertussen, maar dan gaan en Toren en Dame verloren; 
Oplossingen voor Chris zijn: 
31.Txc4 Db3 32.De1 Dxc4 en wit staat twee stukken achter 
of 
31.De1 zwart wint dan met 31. …Tdb8 32.h4 T8b3 33.Ta1 Txc3 34.Dxc3 Dc2 35.Dxc2 Txc2 36.Kf1 Tb2 
Dit is voor diegene die nog lol heeft om het “gestuntel” van clubgenoten te beleven. 
Piet. 
Vreemde woorden, vreemde begrippen….!?!
Dank zij een woord dat Zjon gebruikt heeft op de site, onder een van de drie peilers, heb ik donderdag 03-10-2019 de contributie voor het verenigingsjaar 2019-2020 betaald. Hij gebruikt het woord PECUNIA: uit de opbouw van de zin kun je opmaken dat het iets moet betekenen in de sfeer van GELD; hij heeft het over ‘beheren’ en omdat er binnen de D.O.T.-gemeenschap m.i. geen sprake is van VERMOGEN zou het dus op ‘geld’ moeten duiden.
En jawel: omdat ik het woord niet kende, keek ik op Wikipedia en daar wordt een aardig verhaal verteld over het bankroete ROME ten tijde van Keizer Nero die opgevolgd werd door Keizer Vespasianus; deze laatste moet de (financiële) wanorde gaan “kuisen”. Van Keizer Vespasianus schijnt de uitdrukking “Pecunia non olet” (Geld stinkt niet) te zijn. Een verhaal over pispotten die tegen betaling geleegd kunnen worden op daarvoor aangewezen plaatsen.
Genoeg over Pecunia; jullie kunnen e.e.a. zelf opzoeken. Van belang is dat IK de contributie betaald heb en dát twee dagen later dan de uitreiking van (drank)penningen door André: hij is te aardig voor dat vak!!! De zweep erover en pas trakteren als aan alle verplichtingen is voldaan.
Enkele jaren geleden nam ik deel aan het z.g. SNERT-toernooi in Asten, bij De Combinatie; 7 ronden ‘Zwitsers’ met de bedenktijd van elk 20 minuten; de pauze werd gehouden na de 4e ronde. Met mijn score van 3,5 uit 4 stond ik er goed voor tijdens de pauze. De 4e partij had ik net winnend afgesloten en nodigde mijn tegenstrever uit voor het nuttigen van een drankje. Eenmaal gezeten met koffie, zelf-meegenomen-brood en een flinke kop erwtensoep, begon mijn opponent-van-even-geleden een gesprek waarbij ik achter mijn oren begon te krabben. Hij zei dat hij zojuist aardstralen voelde toen we gezamenlijk naar een tafel liepen…….en vroeg direct daarna of ik die ook had gevoeld!?! Even zat ik perplex aan mijn stoel genageld, niet wetend wat te zeggen. Nog nooit had ik van aardstralen gehoord en dus kon ik ze ook niet voelen: in Asten niet, op die dag, maar ook nooit tevoren. Als iemand van jullie me daarover iets boeiends kan vertellen dan zal ik me een goede luisteraar tonen.
Het waren bijna allemaal “gewone” Nederlanders die aan dat schaaktoernooi deelnamen: vóór de pauze had ik er vier ontmoet; na de pauze liep ik naar het mededelingenbord om te kijken wie ik zou gaan ontmoeten en warempel lees ik een naam die er niet Nederlands uitzag: Wendy Huang. Wie zou dat zijn? Naar de rij lopend waar de borden stonden opgesteld ontwaarde ik niet direct iemand die een postuur had gelijk de meesten. Bij het bord aangekomen zit er een klein meisje (7 jaar…!!!) diep voorover gebogen, enigszins verlegen, aan de overkant. “Zo, wij gaan dus samen een mooi potje schaken”, zei ik, waarop zij verlegen ja-knikkend reageerde. Ik besefte dat ik tijdens de pauze een man had zien staan met Koreaans uiterlijk: later bleek dat haar vader te zijn; toen ze mij lelijk ‘in het zand’ had laten bijten holde ze er naar toe met een vreugdevolle mededeling!?!
Enkele maanden geleden eindigde zij tijdens de Europese kampioenschappen op de 3e plaats in de leeftijdsgroep van 11 jaar (ongeveer 50 deelnemers).
Piet, 4-10-2019
Kampioen
Ik heb regelmatig contact met oud-dorpsgenoot Wim v.d. Biggelaar. Lang geleden woonde hij op de Oranjelaan en werkte ’n poos bij Van Thiel op Donk, voordat hij trouwde en naar Mierlo vertrok. Daar schaakt hij sindsdien bij de plaatselijke club, waar Wim ook bestuurder is.
Op woensdagmiddag maakt hij vaak fietstochtjes in de omgeving en als ie bij ons in de buurt is, belt hij of de koffie al staat te pruttelen. Dan wordt over van alles en nog wat gebuurt, vaak over onze gezamenlijke hobby’s, schaken en historisch onderzoek. Zo vertelde Wim, dat hij in de beginperiode van DOT ook nog bij onze club heeft gespeeld en zelfs ’n keertje kampioen is geweest. Het jaar waarop dat gebeurde, kon hij zich niet meer herinneren. Dit was nieuw voor mij, niet dat hij bij ons heeft geschaakt, wel dat hij ooit de beste van de club was.
Uit deze beginperiode van DOT is helaas weinig bekend. Ik heb jaren geleden onderzoek hiernaar gedaan en dook daarvoor in archieven en oude kranten om te achterhalen wie bij ons schaakten en wie de kampioenen waren. Onze kampioenen kwam ik niet tegen en daarom is het leuk om in ieder geval nu één naam te hebben, die van Wim.
Zo zie je maar dat buurten over het verleden, invloed kan hebben op kennis in het heden.  
Zjon, 19-9-2019